In gesprek over liefdevolle zorg

In gesprek over liefdevolle zorg

In gesprek over liefdevolle zorg

Zorg is veel meer dan het aanleggen van een verband of toedienen van medicatie. Aandacht voor wat de ziekte voor iemand betekent, is minstens zo belangrijk. Hoe doe je dat? In gesprek met wijkverpleegkundige Adriana Janssen en HBO-docent Bart Cusveller.

Wat is liefdevolle zorg? Wijkverpleegkundige Adriana Janssen stelde de vraag onlangs in de Whatsapp-groep van het thuiszorgteam van Curadomi Veenendaal waar zij werkt. Al direct ontstond een mooi 'gesprek'. “Het gaat om bewogenheid met je medemens, die ontstaat in je hart en waar je met je hoofd en handen uiting aan geeft”, vat Adriana samen.

De wijkverpleegkundige van een van de thuiszorgteams van Curadomi in Veenendaal gaat in gesprek over liefdevolle zorg met Bart Cusveller, docent en onderzoeker verpleegkunde en zorgethiek aan hogeschool VIAA in Zwolle. Steeds vaker klinkt de roep om weg te komen van afvinklijstjes in de zorg en liefde en aandacht centraal te stellen. Zelfs het programma Waardigheid en Trots van staatssecretaris Martin van Rijn heeft als ondertitel “Liefdevolle zorg voor onze ouderen.” Maar wat is liefdevolle zorg en hoe breng je dat in de praktijk? Zeker in een tijd waarin er wordt bezuinigd op de zorg.

“Zorg waarbij een oprechte belangstelling is voor wat ziek zijn betekent voor de zorgvrager, dat noem ik liefdevolle zorg”, zegt Bart. “De pijn die het doet bij iemand wiens gezondheid achteruit gaat. Je kunt niet meer naar het koor, een concert of het winkelcentrum. Als je zorg geeft zonder dat je laat merken dat je dat gezien hebt en die pijn benoemt, dan is het niet liefdevol. Dan zorg je alleen volgens de protocollen.”

Verlieservaring
Adriana herkent dat uit de praktijk. “Vorige week was ik nog bij een cliënt die palliatieve zorg nodig heeft. Hij doet heel veel moeite om zoveel mogelijk zelf te doen, omdat hij nog niet klaar is om de zorg uit handen te geven. Daarom hebben we afgesproken dat we voorlopig twee ochtenden per week komen, ook al zou hij veel meer zorg mogen krijgen.”

Als mensen zorg over de vloer krijgen, ervaren zij dat altijd als iets uit handen geven, merkt de wijkverpleegkundige op. Vanuit haar rol voert zij de intakegesprekken met nieuwe cliënten. “Ik benoem dat het moment dat je zorg nodig krijgt, vaak een verlieservaring is. Dat ik daar aandacht aan geef, wordt gewaardeerd.”

Meer dan een slogan
Lelie zorggroep en de thuiszorgaanbieders Agathos en Curadomi werken vanuit een christelijke visie op zorg. Die wordt sterk geïnspireerd door de oproep van Jezus onze naaste lief te hebben. Is christelijke zorg daarmee per definitie ook liefdevolle zorg?

“Ik denk het wel”, zegt Bart. “Liefde voor de ander is vanuit christelijk perspectief dé reden om zorg te gaan verlenen. Dat vraagt dat je van mens tot mens in contact komt.” Zonder het te weten noemt hij daarbij de slogan van Curadomi “Zorg van mens tot mens”. “Maar je wilt dat dit meer is dan een slogan. Dat medewerkers in staat zijn de situatie en de persoon achter een zorgvraag te begrijpen. Goede communicatie is daarin erg belangrijk. Durf te vragen na een gesprek of je elkaar goed hebt begrepen.”

Daarbij maakt Bart de kanttekening dat christelijke zorg een ideaal is. “De zorg die je uiteindelijk kunt bieden wordt ook beïnvloed door bijvoorbeeld de vraag wat een verzekeraar vergoed. Dat vraagt om een kritische houding. Hoe kan ik in deze situatie toch liefdevolle zorg bieden?”

Liefde in tijd van bezuinigingen
Met de vergoedingen snijdt hij direct een gevoelig punt aan. Er wordt bezuinigd op de zorg. Hoe zorg je ervoor dat die dan nog liefdevol blijft? “Wij proberen daarin inventief te zijn”, zegt Adriana. “De zorgverzekeraar kijkt mee en zegt bijvoorbeeld dat het bereiden van een maaltijd niet meer onder verzorging thuis valt. Als het echt noodzakelijk is dat dit wel gebeurt, dan probeer je dat met goede argumenten te onderbouwen, zodat we toch die tweede mijl kunnen lopen en iemand niet laten zitten. Maar in zo’n situatie kun je ook het verschil maken door juist mee te denken over een andere oplossing. Is er geen buurvrouw of kerkelijk vrijwilliger die zou kunnen helpen?” Toch beïnvloeden de kaders wel haar denken, merkt Adriana. “Pas liep ik tegen een maximum aantal uur van twaalf uur zorg per week aan, terwijl er eigenlijk meer nodig was. Dan merk je dat je hart wordt beïnvloed door de eisen die gelden.”

Helpen bij andere rol
Doordat zij als wijkverpleegkundige in gesprek met de cliënt de omvang en de vorm van de geboden zorg mag bepalen (binnen de kaders die de verzekeraar daarvoor stelt), ervaart Adriana vrijheid voor een eigen aanpak. “Soms bestaat de zorg nog meer uit het ondersteunen van de mantelzorger, dan dat we zelf concreet zorg bieden. Zo ging een periode van het uur zorg dat we per dag boden, twintig minuten op aan de directe zorg voor meneer en 40 minuten aan het ondersteunen van mevrouw. “Haar man hallucineerde en zei soms lelijke dingen tegen zijn vrouw. Dat vond zij zo moeilijk. Besef wel dat het rouwproces vaak al begint voor het overlijden. ‘Ik kan toch niet de laatste weken van zijn leven met hem gaan zitten kibbelen?’, zei ze. Het was heel mooi om haar handvatten te geven en haar zo te helpen omgaan met haar rolverandering. Hierdoor was uiteindelijk maar een uur per dag zorg nodig voor een stervende man.”

In gesprek
Adriana merkt dat sommige collega’s het lastiger vinden om deze ruimte te pakken. “Ik probeer dat binnen het team wel te stimuleren. Als je meer tijd nodig hebt: geef het aan!” Bart: “Zorg is ook mensenwerk. Je kunt niet van elke zorgverlener verlangen dat hij of zij optimaal presteert in het ideaal dat wij hier schetsen. Daarom is het ook belangrijk om zoiets in teamverband te bespreken en van elkaar te leren.” Liefdevolle zorg kun je niet afvinken op een lijstje. Maar wel bespreken. “Maak er eens het eerste agendapunt van je vergadering van. Is het een beetje gelukt de afgelopen tijd om liefdevolle zorg te bieden? Of denk er eens over na op de fiets naar huis en deel dat met collega’s.”

Dat het thema op het teamoverleg van Adriana terugkomt is zeker. “Alleen de reacties op de app geven al genoeg stof om over door te spreken. Wat ik ook meeneem is het punt van de communicatie. Altijd even vragen ‘hebben we u begrepen?’ Dat ga ik zeker toepassen.”

Dit interview komt uit het Lelie magazine dat in december 2016 verscheen.
Klik hier om door dit Lelie magazine te bladeren.
Klik hier om het meest recente Lelie magazine gratis aan te vragen.

Zorg verdient waardering

www.leliezorggroep.nl

Waardeer mij